Het resultaat van een antibiogram bestaat uit een lettercode en vaak ook een getalwaarde afhankelijk van met welke methode het antibiogram bepaald werd.

De lettercode

Dit is de interpretatie die gegeven wordt aan de gemeten zonediameter (diskdiffusiemethode) dan wel de gemeten MIC (microdilutiemethode). Daarnaast wordt ook rekening gehouden met de geïsoleerde bacteriesoort of type, de uitkomst van bijkomende testen (*), de diersoort en de oorsprong van het staal. Er zijn drie mogelijke uitkomsten:

S Sensitief De bacteriestam is gevoelig aan het antibioticum indien toegediend aan de in de bijsluiter voorgeschreven dosis.
I Intermediair Dit betekent niet dat het antibioticum niet werkt maar wel minder goed. Dit kan gecompenseerd worden door langer te behandelen en/of hoger te doseren op voorwaarde dat dit volgens de fabrikant veilig is
R Resistent De bacteriestam is niet gevoelig aan het antibioticum en is uitgesloten als therapiekeuze.

(*) Soms is het eenvoudig in contact brengen van het isolaat met een antibioticum niet voldoende om de werkzaamheid ervan te bepalen binnen het tijdsbestek van de test. Het resistentiepatroon kan wijzigen wanneer bepaalde resistentiefactoren aanwezig zijn die pas later in werking treden en dus specifiek moeten getest worden (bvb ICL en ESBL).

De getalwaarde

Deze waarde kan enkel gerapporteerd worden aan de hand van de microdilutiemethode. Deze methode is niet voor alle bacteriën-antibiotica combinaties beschikbaar.

Om de werkzaamheid te bepalen wordt bij deze methode de geïsoleerde bacteriestam in suspensie gebracht met een verdunningsreeks van het antibioticum. De sterkste verdunning (en dus laagste concentratie) van het antibioticum waarbij de kiemgroei volledig wordt onderdrukt, is een benadering voor de minimum inhibitorische concentratie (MIC) uitgedrukt in µg/mL.

Deze waarde is te beschouwen als bijkomende informatie waarvan de lettercode een weerspiegeling is.

  • In geval van gevoeligheid (of resistentie) krijgt men hiermee een idee hoe gevoelig (of resistent) de kiem wel is;
  • Hoe lager de getalwaarde, hoe lager de benodigde concentratie van het antibioticum om de kiem af te doden;
  • Tussen twee verdunningen zit een factor 2, de daadwerkelijke MIC (gemeten op een continue schaal) ligt met andere woorden tussen de gerapporteerde verdunning en één stap sterker geconcentreerd (minder verdund);
  • Theoretisch stelt de MIC de weefselconcentratie voor die in het te behandelen weefsel minimum dient gehaald te worden. Voor min of meer berekende inschatting hiervan heeft men farmacokinetiek en -dynamiekgegevens nodig; de invloed van biofilm en eventuele etter nog terzijde gelaten;
  • Het vergelijken van de getalwaarden tussen verschillende antibiotica onderling heeft geen enkele klinische betekenis.