Een dominant genetische variant zal tot uiting komen van zodra die aanwezig is op één van de twee genen. Hieronder is schematisch voorgesteld wat de uitkomst is van de verschillende mogelijke fokcombinaties. Bemerk dat dragers van een dominante variant (++/–) fenotypisch als lijders dienen beschouwd te worden. Vaak is het zo dat dominant overgeërfde genetische defecten niet levensvatbaar zijn wanneer de variant op beide genen aanwezig is (++/++) en leidt tot vroege embryonale sterfte, doodgeboorte of sterfte kort na de geboorte.
De getoonde percentages verschillend van 100 zijn de gemiddelde uitkomsten wanneer de betreffende combinatie vele keren herhaald wordt. Het zijn met andere woorden kansen, geen zekerheden. De verdeling van de verschillende genotypes binnen een individueel beschouwde fokcombinatie kan best anders uitdraaien maar gemiddeld genomen is dit de kansverdeling.